De vrije breedte van een trap in de buitenruimte dient minimaal 120 cm te zijn. Een trap wordt voorzien van veilige leuningen en een voelbare en zichtbare contrasterende markering van de eerste en laatste trede. Daarnaast wordt bovenaan over de volle breedte van de trap een waarschuwende noppenmarkering aangebracht. Binnen een redelijke afstand (50 m) is er een mogelijkheid om het hoogteverschil met een helling of lift te overbruggen.

traptrede markering voor een visuele beperking
trap met traptredemarkering

IK KAN ZELF NAAR MIJN VRIJWILLIGERSWERK ALS DE STRATEN TOEGANKELIJK ZIJN